Op zoek naar meivakantie?

AVZ, TVZ en WTC hebben veel leden over en weer en daarom houdt de webredactie de websites van onze beide bevriende verenigingen goed in de gaten. Staan vaak ook leuke fietsverslagen op (WTC) of loopverslagen (AVZ). Op laatstgenoemde website viel het oog laatst op een rubriek die lijkt op onze Vragenlijst in de Nieuwsflits, maar dan toch net anders.

Recent was onze boomlange (dus ex-topvolleyballer) Frank Ellenbroek daarin aan de beurt, en dat was erg leuk om te lezen: https://www.avzeewolde.nl/default.aspx?PageID=377 In deze rubriek blijken andere leden (Ton van Maarseveen en Brenda van Rijn) ook al aan de beurt te zijn geweest, maar voor degenen die regelmatig meedoen aan de LOKO-loopjes of de gezamenlijke marathonreizen zijn Anita Siemerink en Marloes Brumlief ook goede bekenden.

In het verslag van Frank Ellenbroek kwam de foto van Frank met een geleende ATB op zijn schouder zeer bekend voor. Ten eerste was het de Cube Team LTD van de webredacteur zelf en ten tweede had Frank over zijn meivakantie in Noorwegen (2008) een verslag opgesteld voor de Nieuwsflits. Mocht je nog op zoek zijn naar een leuke, sportieve lokatie om je komende meivakantie door te brengen, lees het verslag van Frank dan nog maar eens door.

‘HOOGTESTAGE(?) NOORWEGEN’
Door Frank Ellenbroek

Tja, daar zit je dan op een doordeweekse woensdagavond, achter je laptop om over een meivakantie in Noorwegen te berichten. Want hoewel ‘hoogtestage’ wel erg mooi en professioneel klinkt, is onze ervaring beslist niet vergelijkbaar met wat sommige atleten in Kenia zoeken. Van deze sportieve vakantie wil ik op verzoek (dank je wel, Paul) graag hier verslag doen.

Eerst maar even kort terugkijken naar het ontstaan van deze vakantie, die vrijwel ieder jaar wordt ondernomen. Met een volleybalmaatje, waarmee ik lang geleden in de eredivisie een ‘balletje mocht slaan’, ga ik al zo’n 20 jaar naar het schitterende Noorse land.
Net afgestudeerd als gymdocent aan de ALO, gaan we in de beginjaren ‘80 voor het eerst met z’n tweeën naar het hoge noorden. Vanaf dat moment zijn we beiden zo verknocht aan Noorwegen, dat de meivakantie vrijwel ieder jaar besteed wordt aan een trip hier naar toe. We laten dan vrouw en kinderen thuis en reizen met de auto via Duitsland naar ‘de kop’ van Denemarken. Daar nemen we een nachtboot om vervolgens in de vroege ochtend in Zuid-Noorwegen aan onze vakantie te beginnen. In de eerste jaren van deze vakanties overnachtten we nog heel stoer in een tent (best wel fris zo begin mei). Inmiddels blijft de tent ieder jaar gewoon thuis en zoeken we ons heil in de houten hutten, die je voor een redelijke prijs kunt huren.

Dit jaar hebben we voor het eerst een hele week in dezelfde hut gebivakkeerd. Deze hut, die in het dal van een skigebied ligt (het Hemsedal), is onze uitvalsbasis voor fiets- en wandeltochten. Voor het eerst hebben we niet alleen boeken, vishengels, een paar biertjes en de wandelschoenen mee, maar ook allebei een mountainbike. Een mooi moment voor mij, om uit te proberen of ik dit leuk genoeg vind om binnen TVZ ook te gaan doen.
De eerste twee dagen in het Hemsedal worden gevuld met verkennen van de omgeving, lekker uitrusten en als enige inspanning; een rustige duurloop. Dit laatste valt trouwens nog beslist niet mee, omdat er vrijwel geen vlak stuk te vinden is. De provinciale weg biedt nog enige uitkomst, maar na een half uur (best nog veel verkeer) besluit ik toch maar weer terug te gaan. Het hardlopen houd ik deze vakantie dan ook verder voor gezien.

De mountainbike wordt deze week wel een aantal keer gebruikt, voor een aantal trips van een paar uur tot een hele dag. Vooral de donderdag - één dag voor we weer huiswaarts gaan - wordt een dag van zwaar afzien. We staan bijtijds op en met de fietsen op de auto rijden we omhoog naar een bergmeer, waar we onze tocht willen beginnen. Eenmaal op de fiets rijden we in een rustig tempo over de onverharde bergweggetjes. De eerste paar uren gaat alles heel voorspoedig, waarbij het dik genieten is van de geweldig mooie omgeving met wat sneeuw, de bergmeren en de serene stilte om ons heen.
Dan echter verandert de weg meer en meer in een soort ski-loipe, waarbij we soms tot ver over de knieën in de zachte sneeuw zakken. Sommige stukken van de weg blijken écht weg te zijn. Alleen de lange bamboestokken geven nog enigszins aan waar de rand van de weg zich ongeveer moet bevinden. De laatste kilometers van onze tocht, die we tussen 13.00 en 17.00 afleggen, zijn echt loodzwaar. Er valt vrijwel geen meter meer te fietsen en je moet je voeten hoog optillen om over de sneeuw te kunnen stappen. De mountainbike moet op de nek, omdat de fiets door de sneeuw heendúwen een onmogelijke opgave wordt. (Is dit dan misschien het ultieme ‘LarsBoom’- gevoel’?)
Om het allemaal nog wat zwaarder te maken, soppen we een paar keer door een ijskoud waterstroompje. Dit wordt aan het oog onttrokken omdat er zo veel sneeuw en ijs op ligt. Natte-, koude voeten en fikse schrammen op de onderbenen houden we er aan over. Wanneer we dan rond vijfen bij de auto terug zijn, is er niet alleen sprake van opluchting, maar overheerst toch óók het gevoel van tevredenheid. De tocht is volbracht en zal ons beslist nog jaren bij blijven.

Denk nu niet dat ‘sneeuwfietsen’ (lees: ‘sneeuwlopen’) een nieuwe Noorse sport is, maar ga voor mountainbiken op goed begaanbare paden iets later in het jaar (zomer) naar Noorwegen. Behalve heel veel mooie fietsroutes, is de natuur in Noorwegen onbeschrijflijk mooi, met: fjorden, gletsjers, Nationale parken, hoogvlaktes (o.a. Hardanger Vida), enz.