Jean Nelissen Classic 2019

Misschien is het verbeelding… maar het lijkt net of ik medelijden zie in de ogen van de eigenaar van restaurant Le Pont wanneer we zaterdagavond laat nog om een tafel voor zeven personen vragen. Misschien ziet hij dat we behoefte hebben aan een stevige maaltijd.

Niet alleen vanwege de fietskilometers van de JNC die we in de benen hebben maar omdat we ook wat anders met ons meedragen dit weekend. Hij vraagt in elk geval zijn kok om nog wat langer te blijven en we mogen een keuze maken van de schnitzelkaart. Maar voordat we gaan eten heffen we eerst ons glas: ‘Op Paul..’

Het eerste rondje is van mij’ had Paul eerder op de avond in het ziekenhuis in Ettelbruck gezegd, toen hij hoorde dat we gingen eten. Het ziekenhuis was niet de plek die Paul voor zich zag toen hij zich aansloot bij andere TVZ-ers om naar Luxemburg te gaan voor de Jean Nelissen Classic. Toch was dat de plek waar hij uitkwam na een onfortuinlijke val, een dag eerder, in een afdaling tijdens een voorbereidend fietstochtje.

Deze valpartij zorgt ervoor dat we op zaterdagochtend toch met een ander gevoel dan normaal op de fiets stappen. Het helpt dat de zon al uitbundig schijnt en dat de eerste heuvels onze energie en aandacht opvragen. Hierdoor kunnen we tijdens het fietsen de knop omzetten. Het eerste deel van de tocht blijven we met zijn zevenen bij elkaar in een mooi lint van zwart-gele TVZ-shirts waarvan de aanblik me met trots vervult.

Heuvel op breekt het lint wel want iedereen klimt in zijn eigen tempo omhoog maar boven wordt er op elkaar gewacht. De klimmen variëren in lengte van 1 tot 5 km met stijgingspercentages van gemiddeld 5% tot 11%. Jan D. en Michael gaan vandaag voor de iets kortere variant van 145 kilometer en splitsen zich af. Wanneer we later de foto zien van Jan, die geniet van koffie met gebak, snappen we deze keuze volledig. Ze zijn ook net op tijd afgebogen om de regenbuien in het noorden te ontwijken die de temperatuur bij Eric, Hans, Jaap, Louis en mijzelf aardig doet dalen.

Inmiddels begint het bij ons ook een beetje te piepen en te kraken. Bij Hans is het zijn trapas die kraakt, maar bij Jaap zijn het zijn benen en bij mij schiet de kramp er steeds in wanneer ik wat steviger aanzet. Misschien ben ik toch iets te enthousiast geweest met klimmen in de eerste honderd kilometer.. Louis en Eric peddelen ondertussen rustig door alsof ze elke week zo’n monstertocht rijden. Jaap besluit de laatste noordelijke lus niet te rijden en weer richting Vianden af te buigen. Ergens in de buurt van Vianden vindt hij hij zijn kracht weer terug en plakt hij er nog een zelfbedachte lus aan vast.

Gelukkig trekt de regen weg en kunnen we bij de laatste posten in het zonnetje genieten van Tucjes en cola. Met bijna 180 km op de teller komen de zoete sportdrank en repen ons namelijk de neus uit. Bij de laatste post vragen we toch maar eens aan een vrijwilliger of het aan ons ligt of dat de tocht zwaarder lijkt dan 2 jaar terug. Dat ligt niet aan ons. Het parcours is veranderd in verband met een tocht die de broertjes Schleck in het zuiden van Luxemburg organiseren. De tochten mogen elkaar niet kruisen en daardoor rijden wij nu een route waarop het bijna geen meter vlak is.

Vlak is het zeker ook niet op het eind met nog een paar lange klimmen en met als toetje de Mont St. Nicolas. Deze Sinterklaasberg staat nog in ons geheugen gegrift van 2 jaar geleden. Toen was het de eerste klim en nu de laatste. Aan de voet probeert het bordje met de tekst ‘naar Vianden zonder klim’ ons nog te verleiden om ons zelf niet langer te pijnigen, maar de route afsnijden is onze eer te na. Dus stellen we, op de klim met een gemiddeld stijgingspercentage van 11% over 2 km, onze  spieren nog een laatste keer op de proef. Daarna mogen we uitrollen richting Vianden. We maken snel nog een foto bij de finish en fietsen dan terug naar de camping waar we na bijna 12 uur (!) de fiets eindelijk afstappen.

Marije de Jong

192 km op de teller en circa 3700 hoogtemeters zorgen ervoor dat de chips, nootjes en biertjes ons goed smaken. Terwijl wij nog aan het bijkomen zijn, gaan Jan, Michael en Jaap richting het ziekenhuis om Paul op te zoeken. We spreken af elkaar weer te treffen met het avondeten. Wanneer we om half 10 ’s avonds aan de schnitzels zitten en ons glas heffen op Paul meen ik ook opluchting te zien in de ogen van de anderen dat de tocht er, verder veilig en wel, op zit. Of is dat verbeelding…?

Nieuws Overzicht