Vierdaagse van Nijmegen

Vierdaagse ervaringen van een Rookie

Van duurloper naar duurwandelaar en dan door naar de Kilimanjaro.
Hardlopen doe ik eigenlijk al 35 jaar. Het grote verschil is dat ik vroeger maximaal 10 km liep en dat ik pas op latere leetijd ben overgegaan op de langere afstanden. Tegenwoordig probeer ik één keer per jaar een marathon te lopen. Trainen daarvoor doe ik samen met een aantal lopers die ongeveer even hard lopen. Dat zijn Albert Jongman (Albert denkt nog na over zijn eerste marathon), Frank Ellenbroek, Ton van Maarseveen en Bas Dekkers. Ik ben net als Ton ook lid van de AV en het is altijd leuk om samen te lopen. Begin dit jaar hebben we met een groepje het plan opgevat om in januari 2011 de Kilimanjaro te gaan beklimmen. In dit groepje zit o.a. Bas Dekkers. De Kilimanjaro ligt in Tanzania en is de hoogste berg van Afrika. Naast de hardlooptraining, waaraan ik wilde blijven deelnemen, zocht ik naar iets anders om me voor te bereiden op deze tocht. De Vierdaagse van Nijmegen leek mij al heel lang een uitdaging om die een keer te lopen. Ik heb 36 jaar bij Defensie gewerkt en al die tijd is het er niet van gekomen. Toen ik nog niet eens een trainingsplan voor de Vierdaagse had, kreeg ik van mijn buurman het aanbod om via hem als gastdeelnemer aan te sluiten bij de Veiligheidregio Flevoland.

Deze groep startte al een aantal maanden van te voren met een training per 14 dagen, steeds op een zaterdag. De lengte van de training liep op van 20 tot 40 kilometer. Tijdens de voorbereidingen heb ik ook nog meegedaan met de “marche de l'armée” in Diekirch. Gedurende deze tweedaagse mars van 2 keer 40 kilometer door het Luxemburgse heuvellandschap heb ik mijn eerste wandelingen van 40 km gelopen. De mars in Diekirch viel me mee en tegen, het was in ieder geval de zwaarste training en waarschijnlijk ook wel de gezelligste. Conditioneel lukte het allemaal wel maar je voeten en enkels kregen er ongenadig op hun donder. Als je omhoog liep was dat erg zwaar, het zweet gutste van je lijf. Tijdens het omhoog lopen hing je met je neus zowat op het asfalt (en dit zijn maar heuvels).
Ging je naar beneden, dan rolde je zowat omlaag. Je voeten vielen in je schoenen en je enkels en je knieën wilden alle kanten uit. Je wou graag ”in control” zijn over je ledematen maar dat lukte daar niet zo erg. Mijn enkels waren ’s avonds niet pijnlijk maar wel behoorlijk opgezet. Door warmtestuwing kreeg ik mooi gekleurde rode onderbenen, dat verdween gelukkig ook gewoon weer na een paar dagen. Drinken tijdens het lopen was hier net zo belangrijk of misschien nog wel belangrijker dan bij het hardlopen. Bijkomend probleem tijdens zo’n wandeling zijn blaren maar die vielen hier gelukkig mee. Boven de 30 km begonnen mijn voeten behoorlijk pijn te doen, op het laatst had ik het gevoel dat er onder de knie alleen nog 2 stompjes zaten. Ik was heel blij toen we er waren, al heb ik nooit het idee gehad dat ik het niet zou halen. In totaal heb ik voor deze Vierdaagse zo’n 400 km getraind.

De Vierdaagse van 20 t/m 23 juli
Op maandag 19 juli vertrokken we vanaf Lelystad met een bus naar Nijmegen. Ik voelde me echt een “rookie” tussen al die ervaren vierdaagse lopers. Ik had van alles bij me; blarenpleisters, zalfjes en tape om indien nodig mijn voeten af te plakken. Het belangrijkste was wel dat ik er erg veel zin had. Ik liep in een groep van twaalf, negen vrouwen en drie mannen. De vrouwen en de 50-plussers mochten 40 km lopen. De jonkies (50-) moesten 50 km lopen. Ik mocht dat ook, omdat ze vonden dat ik dat wel kon, maar daar heb ik maar van afgezien mede omdat deze groep voor 90% uit mannen bestond. Toen we aankwamen in de sporthal in Cuijk, waar we de komende nachten zouden verblijven, was het buiten ruim over de 30 graden. De temperatuur in de hal liet zich raden, heel heet. De wedstrijdorganisatie had vanwege de extreme omstandigheden de starttijd met een uur vervroegd. Voor ons betekende dat, dat we de eerste nacht om 2 uur moesten opstaan en om 3 uur in de bus moesten zitten die ons naar Nijmegen bracht. Van slapen kwam die eerste nacht niet veel. De wedstrijdleiding gaf ook een extra waarschuwing uit: “Zorg dat je voldoende drinkt, bescherm met name je nek, zet iets op je hoofd en probeer zo veel mogelijk kilometers in de vroege uren te maken.” De prognose was 32 graden en dat werd het ook.

Dag 1; De dag van Elst
Reveille om 2 uur. Opstaan, aankleden, tandjes poetsen, voetjes voorbereiden, een hapje eten in de centrale hal en dan de bus in naar de start. De groep van de 50 km startte om 3:30 uur en wij gingen om 4 uur. Tijdens de uittocht uit Nijmegen werden we ’s morgens al door hordes studenten luidkeels aangemoedigd. We waren niet alleen, ook een heleboel inwoners van Nijmegen zaten al om 4 uur buiten om ons een hart onder de riem te steken, onvoorstelbaar.
Om 4:15 kreeg ik van toeschouwers mijn eerste kopje koffie met ontbijtkoek aangeboden.
De mensen in de dorpen die we passeerden zaten of stonden allemaal buiten met koffie, water, snoepjes, appels, enz. Dit bleef zo in alle dorpen waar we langs kwamen. Vroeg in de ochtend was het goed te doen maar toen de zon opkwam werd het snel warm. De verzorging onderweg was uitstekend, we hoefden eigenlijk niets te doen. Op een drietal plaatsen onderweg werd gezorgd voor koffie, broodjes, soep, drinken, een eitje, marsen, druivensuiker en ga zo maar door. Ook hadden we op de rustpunten onze eigen blarenprikkers en masseuses bij ons, wat een luxe.
Het laatste stuk op de dijk via het dorpje Oosterhout was erg warm (in 2006 zijn daar doden gevallen). Er werd overal extra water uitgedeeld en dat was geen overbodige luxe. Via de dijk en de brug kwamen we terug in de stad en bij het finishpunt. Daar hebben we lang op de 50 km groep moeten wachten, zij hadden door de extreme hitte een uitvaller en ze probeerden natuurlijk alles om hem toch over de finish te krijgen. Die avond bleef het erg lang warm in de sporthal, waar we samen met o.a. Zwitsers, Duitsers en Denen gebruik maken van de totale accommodatie. We hadden de beschikking over een zwembad, een fitness ruimte, een sauna maar ook over een leuke bar. De deelnemers van de veiligheidsregio konden ‘s avonds ook weer gebruik maken van een zeer welkome massage.

Dag 2; De dag van Wijchen
We mochten een uurtje later opstaan (3 uur), waarna de 40 km groep om 5 uur mocht starten. We hadden allemaal veel beter geslapen (vermoeidheid). In het centrum was het opnieuw erg druk bij de start, de studenten lieten je niet alleen vertrekken. Het werd opnieuw een zware dag met, gelukkig, ontzettend veel publiek. Het was nog steeds warm, de temperatuur bleef net onder de 30 graden hangen maar gelukkig stond er nu een klein briesje. De wandeling voerde ons langs Alverna, Wychen, Beuningen, Weurt en weer terug naar Nijmegen. Het publiek moedigde ons aan en wij moedigden op onze beurt weer het publiek aan door ze luidkeels met de hele groep “goedemorgen Alverna” toe te roepen, dit gecombineerd met een wave. Deze dag hadden we opnieuw 2 uitvallers (een met diarree en een met heel veel blaren), We kwamen met 3 groepen met in totaal nog 32 lopers over de finish. Onderweg werd er veel gezongen, vooral in de gebieden waar geen publiek was. Wat me op deze dag bij is gebleven, zijn een volle Rode Kruis boot, de bejaarden in de tehuizen waar je langs kwam en dan natuurlijk de duizenden mensen langs de kant in alle maten en soorten. Bij terugkomst in de sporthal in Cuijk gingen we allemaal eerst een stukje fietsen, dan lekker even zwemmen om vervolgens te gaan eten. In de avonduren gaf een massage van de beentjes een geweldig gevoel, de belangstelling daarvoor was dan ook erg groot. Na een paar biertjes aan de bar doken de meesten al rond tienen het bed in.

Dag 3: De dag van de zeven heuvelen
We raakten er aan gewend, om 3 uur opstaan, aankleden, wassen, eten, je voeten verzorgen, je schoenen aan doen, je rugzak om en op pad. Er was weinig tijd om te treuzelen. Door de lege straten van Cuijk gingen we richting Nijmegen, vanaf daar zag je de mensen van alle kanten naar de start gaan. Het groepsgevoel werd steeds sterker, onze groep bestond nog uit 11 man en dat moest zo blijven. In de stad waren alleen de studenten al wakker, om ons uit te zwaaien, maar verder was de stad nog in diepe rust. Verderop in de dorpjes was dat niet zo. Tegen 7 uur waren we in Malden en daar werden we weer massaal toegejuicht. Via Molenhoek, Mook, Plasmolen en Mils kwamen we bij onze 2e rust op het 25 km punt uit. De temperatuur ging inmiddels weer naar de 28 graden. Warm, heel warm dus en dat betekende dat er regelmatig getoiletteerd moest worden door zowel de heren als de dames, al waren die laatste ons wel de baas. De veelvuldig aanwezige toiletunits waren niet altijd voldoende en dan werd er zo nodig de bosjes (indien aanwezig!!) ingedoken. Op de stillere stukjes werd weer luidkeels gezongen en de alom aanwezige wandelaars zongen in grote getale met ons mee. In het plaatsje Groesbeek stonden ongelofelijk veel mensen langs de weg, echt duizenden. Onderweg beleefde je weer wat kippenvelmomenten, bejaarden en gehandicapten lang de route, sommigen met de borst vol medailles. De tocht omhoog langs de Zeven Heuvelenweg was ook zo’n moment. De heuvels waren bezaaid met campers en heel veel publiek, alsof ze bij een bergetappe in de Tour de France waren. Al die mensen gaven je heel veel steun tijdens de tocht omhoog over deze heuvels. Door een zee van mensen kwamen we na een fantastische dag weer terug in Nijmegen.
Na 3 zware dagen was ik ondertussen ook wel redelijk gesloopt, mijn voeten deden zeer, ik was moe en ik had ook al wel de nodige blaren opgelopen. De verzorging in de vorm van een massage van de benen en een lekker biertje tijdens de avonduren waren dingen waar ik toen echt naar uitkeek.

Dag 4; De dag van de Via Gladiola
Opnieuw kwam de reveille om 3 uur, wat een leven!! Ik voelde me echter na 120 km wel uitstekend. Mijn vrouw, dochter en schoonzus zouden me inhalen in Nijmegen en ook dat doet je wat. Ik was gespannen en ik had er zin in. Het eerste stuk na de stad viel me erg tegen, iedereen was stil en in zichzelf gekeerd. Het stuk van Nijmegen naar Overasselt leek ook erg lang. De omslag kwam pas na de eerste rust toen we ook weer gingen zingen, dat hadden we echt nodig. Langs Linden en Beers ging het weer als vanouds richting Cuijk. Daar zijn we over een, door Defensie aangelegde, pontonbrug de Maas overgestoken. De rivier was op dat moment volledig afgesloten voor het scheepvaartverkeer. Aan beide kanten stonden de mensen rijen dik. Het was onvoorstelbaar al die toejuichingen van het publiek zonder een wanklank, opnieuw een kippenvelmoment. De doortochten door al die dorpjes waren voorproefjes voor het hele grote feest in Nijmegen. Het bleek nog gekker te kunnen.
Op een sportcomplex in Nijmegen gingen we als veiligheidsregio hergroeperen tot een grote groep die Flevoland vertegenwoordigde met alle daarbij behorende vlaggen. Ik mocht de vlag van Zeewolde dragen. Toen we verder de stad inliepen over de “Via Gladiola” werd het steeds drukker. Op enig moment stonden de mensen wel 10 rijen dik. In een flits kwam ik langs mijn vrouw en dochter. Ik greep de mij toegestoken traditionele gladiolen en een ballon. De ballon vloog bijna meteen weer weg en ook de gladiolen moest ik aan mijn buurvrouw geven omdat ik met de vlag van Zeewolde liep. De hele intocht met al die mensen gaf je echt een gevoel van trots en een enorme kick. In de sporthal werden later de verdiende medailles door de commandant van de veiligheidsregio opgespeld, gevolgd door een uitgebreide barbecue en feestavond tot in de late uurtjes. Terugkijkend op deze (feest)week moet ik zeggen dat ik het een wereldervaring vond. Het was heel erg zwaar en je moet er flink voor trainen maar het smaakt zeker naar meer.

Paginas Overzicht