Stein (3/4-triathlon)

Op weg naar Almere (Stein)
Door  Hans van Sloten

 

To do or not to do, that’s the question?

De eerste aflevering van de huiveringwekkende trilogie “Op weg naar Almere” eindigde met een to-do lijstje. Een goed punt om de draad weer op te pakken en eens te kijken wat er van terecht gekomen is. Hier nog even de belangrijkste punten:

-          zwemtechniek verbeteren

-          problemen met schaafplekken oplossen

-          trainings intensiteits schema opstellen

-          banden plakken en ander fietsonderhoud oefenen

-          ander zwempak testen

-          eet- en drink- regime bepalen en trainen

-          afvallen

-          alles lezen over triatlon wat los en vast zit

 

Zwemtechniek verbeteren: Een goed plan, echter bij een club zonder zwemtrainer niet eenvoudig te verwezenlijken. Gelukkig is René zo nu en dan bereid om een blik te werpen (au!) en leer ik verder zwemmen uit een triathlon boekje. Het lijkt ongelooflijk maar het doornemen van de literatuur heeft inderdaad een positief effect op mijn slag. Daarnaast probeer ik zo nu en dan een paar baantjes links-rechts te ademen (geeft de mogelijkheid om aan beide kanten te kijken waar je heen moet, en zou het rollen tegen moeten gaan), en kreeg ik in Nijeveen nog van iemand de tip over het toepassen van buik-ademhaling, om het drijfvermogen te verhogen. Dat laatste lukt nog niet goed, maar wie weet. Ook de uitslag van de laatste progressiewedstrijd was, in ieder geval voor de langste afstand, bemoedigend. De planning van 1,5 uur voor 3,8 km lijkt inderdaad te realiseren.

Problemen met schaafplekken oplossen: Via René een setje Body-Glide aangeschaft. Het spul lijkt iets beter te werken dan Vaseline en blijft bovendien beter en langer zitten, zonder het bijbehorende ‘vette’ gevoel. Helaas is het nog niet afdoende, en wil ook het eelt maar niet op de juiste plaats groeien… ruimte voor verbetering dus. Een voordeel is dat ik relatief steeds langer op de fiets kan zitten voordat het echt gaat doorschuren (de grens ligt nu bij ongeveer 100km). Zou veel trainen dan toch helpen?

Trainings-intensiteits schema opstellen: Tsja, dat gaat er dus niet van komen. Ik ben definitief tot de conclusie gekomen dat ik geen type ben voor vaste schema’s, en me dat dan ook niet op moet laten dringen. Ik volg zo goed mogelijk de clubtraining en veroorloof me zo nu en dan een uitspatting. Blijkbaar is het regime van 2 x lopen, 2 x fietsen en 1 x zwemmen een goede balans tussen prestatiecurve en de belastbaarheid van mijn lichaam.

Banden plakken en ander fietsonderhoud oefenen: Binnen twee weken reed ik twee keer lek, beide keren over een steentje. Beide keren ook met een gloednieuwe binnenband, die ik nu dus ook binnen aanvaardbare tijd kan verwisselen. Plakken is geen goed idee, anders dan in noodgevallen. Er gaan dus drie binnenbandjes en een paar zelfklevende plakkers mee naar Almere. Wat ik ook geleerd heb: goed uitkijken voor losliggende steentjes op de weg (niet te veel langs de zijkant van de weg rijden!), en dat de bij Rose aangeschafte pomp perfect functioneert.

 

Ander zwempak: Ik heb inmiddels het pak van Mia overgenomen, een mooie Predator 2 van Orca die haar een maatje te groot was, maar mij perfect past. Al twee wedstrijden mee gezwommen, en dat bevalt fantastisch.

 

Eten en drinken onderweg: Het eten van repen op de fiets gaat goed. En zelfs tijdens het lopen moet er bij lange afstand triathlon gegeten worden, heb ik inmiddels ontdekt…

 

Afvallen: Met het begin van de zomer is het ‘wintervet’ als de spreekwoordelijke sneeuw voor de zon verdwenen. Dat gaat dus vanzelf… of zou het toch door intensievere training komen?

 

Alles over triathlon lezen: Voor een deel gaat dit neer komen op de vakantie. Ik ga wat kiezen van bijv.: http://www.runinfo.nl/boekentriathlon.htm

 

De praktijk

Na deze wat droge opsomming van de verbeterpunten nu meer aandacht voor de praktijk. De afgelopen maanden zijn een aantal oefen-evenementen de revue gepasseerd. Bijvoorbeeld de halve van Zeewolde en het clubkampioenschap in Nijeveen. Ja, OEFEN-EVENEMENTEN!! Waar deze wedstrijden in het vorige jaar nog doelen op zich waren, zijn ze in het perspectief van Almere inderdaad verworden tot training. De uitslagen en tijden zijn alleen een test om te zien of ik op schema lig. Ik ervaar het ook zo, en ga niet eens tot het uiterste om te voorkomen dat er blessures ontstaan… wie had dat ooit gedacht. De halve was een relatief succes: 1u30 was precies volgens planning. Nijeveen had ook zijn eigen bijzonderheden: 4 min sneller dan vorig jaar, veel beter gezwommen, lekker gefietst en best hard gelopen. Jammer dat er slechts zeven clubgenoten dit kampioenschap van de TRIATHLONvereniging mee wilden maken. Dat moet volgend jaar toch echt beter! De echte uitsmijter was dat we na de westrijd met zijn drieën (René en Nico, beide Almeregangers) nog terug naar Zeewolde zijn gefietst. Koud, nat en met veel meer tegenwind dan gepland, maar prima oefening. Dat op de terugweg bij Harderwijk het mooiste er wel af was, mocht de pret natuurlijk niet drukken (toch?).

 

En toen: niet de beloofde halve van Brasschaat, maar de one and only Dutch Mountains Challenge, de lange afstand van Stein. Een eigen hoofdstuk waard:

 

Stein doet pijn (maar het resultaat mocht er zijn!)

Omdat niemand te porren was om mee naar Brasschaat te gaan, en Eibert zich opgegeven had voor Stein werd het mij duidelijk: Stein moet het zijn. Een zware opgave (3 km – 110 km en 30 km), die nog extra zwaar wordt doordat zowel in het fiets- als in het loop-parcours 16 keer een Limburgs heuveltje moet worden beklommen. Steeds 4 rondes met 4 beklimmingen.Tot mijn schrik vermeldde de, slechts drie dagen voor het evenement ontvangen, race-info dat deze heuvels tot 14% helling kunnen gaan. Heftig dus.

Afijn, vol goede moed op zaterdag 25 juni naar Zuid-Limburg gestuurd. Er moest vóór 15:30 aangemeld worden, waarna ik de nacht wilde doorbrengen in het Sporthotel in Sittard. Eibert bleek zich ook aldaar te hebben ingeschreven zodat wij elkaar ’s avonds wat moed uit de schoenen konden praten. De volgende ochtend al om zes uur opgestaan en met een lunchpakketje op weg om onze spullen in de respectievelijke parc-ferméés te dumpen. Om 8:15 bij 16graden de briefing, waarna om 8:30 bij een waterig ochtendzonnetje kon worden gestart voor de zwemtocht in het Julianakanaal. Wederom heerlijk relaxed gezwommen; het ging goed en makkelijk, het nieuwe pak deed wonderen, en door de vele baantjes in het Baken raakte ik snel in het ritme. Grote winst van de afgelopen maanden is dat ik bij de starts, waarbij meestal de nodige duwen en schoppen uitgedeeld worden, niet meer van slag raak. Gewoon rustig doorzwemmen en niet meer, zoals vorig jaar in Nijeveen, in het riet belanden.

De drie km zwemmen werden binnen de 1u06 afgewerkt, waarmee ik goed op schema zit voor Almere. Na een wat trage wissel (het pak zat té lekker), op de fiets en op weg naar de heuvels. Nou, dat viel knap tegen. Het ging hier en daar al wat op en neer, maar bij de eerste echte helling werd het gelijk afzien. Met uiterste krachtsinspanning kon ik in mijn kleinste verzet (39 x 26 voor de kenners) nog nét bovenkomen. Er ontstond duidelijk behoefte aan een Triple (biertje voor de kenners, crankstel voor de fietsers). Het was direct zonneklaar waarom Stein qua zwaarte vergeleken wordt met Almere, bovendien werd het mooi weer…

Het mooie van heuvels is dat je ook weer eens naar beneden mag. Er werd zowel in de race-info als door vlaggers en borden met DANGER! gewaarschuwd voor de gevaarlijke en zeer technische afdalingen. Dat klopte dan ook, met snelheden van ruim boven de 50km/u ging het bergafwaarts, waarna onderaan meestal een paar haarspeldbochten genomen mochten worden. Vol in de remmen dus, en vooral goed oppassen. Gelukkig was e.e.a. perfect georganiseerd, anders waren er vast ongelukken gebeurd. Voor de liefhebbers was één van de ‘klimmetjes’ voorzien van de bekende kasseien. Daar ik al in het tweede fietsrondje staande op de pedalen de beklimmingen moest afwerken, bleek het aldus ontlaste achterwiel nauwelijks grip op de kasseien te krijgen. Een deel van de broodnodige energie ging dan ook verloren door het doorslippen van het wiel. Anderzijds viel er ín het zadel zittend niet boven te komen. Dilemma’s, dilemma’s. Uiteindelijk ben ik de fietsrondes doorgekomen, maar volgend jaar in de training graag het aquaduct gewoon 20 x achter elkaar nemen, i.p.v. de gebruikelijke één keer heen-en-weer training!

In het derde rondje reed ik Eibert, die natuurlijk veel tijd gewonnen had met zwemmen, achterop. Veel meer tijd dan voor een korte conversatie (stayeren verboden!) en wat opbeurende woorden was er niet. Bovendien konden we duidelijk beide onze adem beter gebruiken.

Over 110 km is het uiteindelijk 3u49 geworden. Toch nog niet zo beroerd. Toen mocht er eindelijk gelopen worden, mijn sterkste onderdeel (dacht ik). Weer 4 rondjes met elk 4 klimmetjes. Pure pesterij om bijvoorbeeld boven op een kanaalbrug een pionnetje neer te zetten zodat de lopers even omhoog, rond het pionnetje, en weer terug naar beneden mogen lopen. Zeker om te genieten van het uitzicht, maar dan wel van de spreekwoordelijke tong op de schoenen…  Kortom, het lopen was zwaar, zwaarder, zwaarst en superzwaar. Het eerste rondje van 7,5 km was nog een knappe 38er, maar per rondje kwamen er drie minuten bij. Inmiddels was het ook een graadje of 27 geworden. Dat betekend op zo’n dag ongeveer 6-7 liter sportdrank, en een stuk of 50 sponzen voor de koeling. Ondanks de sportdrank was in de laatste ronde het vaatje bij mij geheel leeg. Een korte plaspauze kon me niet meer op gang helpen, en dus maar noodgedwongen bij één van de vele verzorgingsstandjes aangelegd voor wat banaan, sinaasappel en een bekertje cola. Dat heeft gelukkig geholpen want ik kwam met de laatste restjes energie toch nog zonder te wandelen deze ronde door. Een laatste spurt over de verplichte loopbrug (kruising met het fietsparcours) zorgde er voor dat ik de door mij begeerde eindtijd van binnen de 8 uur, met ruim een minuut speling heb gehaald. Dolgelukkig, maar doodmoe heb ik me vol laten lopen met nog meer sportdrank, fruit, nog meer fruit en heerlijke bakjes yoghurt. Na een tiental minuten voelde ik mijn bovenbenen verstrakken. Naast de finish was echter de massage tent, volgepakt met studenten fysiotherapie die al begerig uitkeken naar al het oefenvlees dat voorbij kwam. Kortom, een echte aanrader. Na mijn eerste massage in dit leven ben ik gelijk verslaafd. Strompelend de tent in, en als een kievit weer naar buiten! Wat een openbaring. Als je de kans hebt bij dit soort wedstrijden denk ik dat je dus altijd een bezoekje aan de massage moet brengen.  Ik schrijf dit verhaaltje een dag na Stein, en heb me de hele dag super gevoeld. Veel beter dan wanneer ik ‘slechts’ een marathon gelopen had.

Eibert kwam vlak na de massage ook over de eindstreep. Geheel in trance stopte hij even onder de klok op het podium en ik kon voelen hoe blij hij was dat er ook aan Stein ooit een eind komt.

 

Beiden kunnen we vol goede moed de laatste etappe op weg naar Almere vervolgen. Stein is, denk ik,  inderdaad de ultieme test. Haal je dat, dan moet Almere ook lukken. We prijken inmiddels beide op de deelnemerslijst. Vlak voor Stein heb ik me namelijk ingeschreven, met een enigszins merkwaardige tinteling in mijn buik. Het voelt aan als een definitieve stap. Er is geen weg meer terug. Almere, here we come!

Paginas Overzicht