Bike-vakantie in het Zwarte Woud

DE VIJF OP AVONTUUR IN HET ZWARTE WOUD

Door Paul Lindeboom

 

Het leek al ruim een half jaar zeker: met zijn vijven (Gerard van der Horst, Louis Doorn, Hans de Kam, Rick van der Kuijl en schrijver dezes) gaan we het lange weekend van 20 t/m 22 juni naar Lenk in Zwitserland. Vrienden van Gerard hebben daar een appartement en de omgeving is bij Gerard goed tot zeer goed bekend (en ideaal om heerlijk te ATB’en). Het kliminstructeursbrevet van Hans bij de NKBV (Nederlandse Klim- en Bergsport Verbond) zou voor een extra dimensie zorgen.

De in een half jaar gevormde plannen werden op de laatste bijeenkomst, vijf dagen voor vertrek, in een half uur volledig bijgesteld. Reisdoel: het Zwarte Woud in Zuid-Duitsland. Het voert te ver door om de laatste bespreking logisch samen te vatten, hou het er maar op dat de nieuwe keus louter voordelen kende.

 

In goed 6 uur plankgas waren we op onze bestemming. Ik reisde samen met Gerard en onderweg zijn twee dingen gebleken: ik heb een sterk hart en zijn ouwe bak haalt toch nog de 185 km/u (bergafwaarts weliswaar, maar toch).

De eerste kennismaking met ons hotel beloofde veel goeds. De ligging was uitdagend: vanaf de achterzijde keek je uit op een ski-lift en op 200m afstand was de start van een ATB-route. Schuin aan de voorzijde was een rotsformatie voorzien van klimhaken en mochten we tijdens een klimsessie naar beneden vallen, dan zouden we precies aan de voet van de berg eindigen in een azuurblauw buitenzwembad. Alles zeer perfect voor sportieve TVZ-ers. En voor het thuisfront idem: de hotelvrouw is echt een lieverd, maar daarnaast rond de zeventig…..

 

DAG 1

Ik krijg geen moment het idee dat ik vakantie heb, want nog geen uur na aankomst zitten we al op de fiets. Ook zonder fiets zijn mijn maatjes tempobeulen. Het begin is niet veelbelovend, want de bewegwijzering blijkt niet geweldig en na koud 10 minuten lekker klimmen eindigt het pad al doodlopend. Overigens niet alleen het pad, want mijn tempobeulen zijn op het moment dat ik het ondoordringbare deel bereik alle vier lopend de weg naar boven aan het zoeken. Aan dat mij gegunde genot zal ik ze de komende dagen nog meerdere keren helpen herinneren. Pas later zal blijken dat ik op míjn hoogtepunt had moeten afstappen.

 

Na het terugvinden van de originele route blijkt dat we in een heftig gebied terecht zijn gekomen (als we dat al niet gemerkt hadden). De moeilijkheidsgraden van de route zijn aangegeven met de kleuren blauw, groen, rood en zwart. De beklimming naar de Branderberg heeft gelukkig nog een stukje blauw, maar na ± 1 km gaat de route al over in zwart. De ondergrond is afwisselend grind, rotssteentjes en kleine rotsblokjes, wat de kleur zwart wellicht enigszins verklaart. Het is wel een prachtig bosgebied, tussendoor mooie vergezichten, lekker warm en Louis die het tempo geselt, waarvan vooral Gerard het slachtoffer is. Wat overigens te verwachten viel, want hij heeft net een antibioticakuur achter de rug.

De beklimming naar de Silberberg is van hetzelfde laken een pak, alleen zijn ze vergeten de moeilijkheidsgraden onder te verdelen in licht- en donkerzwart. Sommige stukken zijn echt vreselijk steil en we hebben inmiddels gezelschap gekregen van superirritante vliegjes. (Mijn genot op die momenten zijn verplaatst naar het onderweg zoveel mogelijk doodslaan van deze krengen, de verminderde stuurcoördinatie neem ik op de koop toe.) Ondertussen blaast Louis zichzelf meerdere keren volledig op, maar herstelt ook weer verbluffend snel. Hans klimt goed mee, zeker in aanmerking genomen dat hij een rugtas en hardloopschoenen draagt.

De afdalingen in dit gebied zijn zondermeer mooi, maar door de ondergrond verraderlijk. Zoals zo vaak geldt ook hier dat lekker niet het langst duurt.

We zijn aangekomen bij de beklimming van de Feldberg, met 1493m het dak van het Zwarte Woud. Ik besef nu trouwens pas waar dat zwart op slaat, want de dennenbomen – in overvloed aanwezig – zijn prachtig groen. Ik hou Gerard gezelschap (alleen omhoog) , want hij is zich enigszins aan het herstellen en op de asfalt-ondergrond kom ik verrassend slecht omhoog. Het zijn vooral Louis en Rick die indruk maken op deze mooie beklimming, met weer hele steile stukken. Het is vermoedelijk een vroegere autoweg, want de nieuwe wegen zijn zeker twee keer zo breed (wat ideaal is voor scheurijzers, hè Gerard).

Het voordeel van deze beklimming: halfweg een restaurant en omdat hier het asfalt overgaat in Schwarzwalder Grind heb je niet de balen van het thuislaten van je racefiets. Een kilometer voor de top ontstaat een onvervalste wedstrijd (1. Rick 2. Louis 3. Ik 4. Gerard en 5. Hans). Het is koud bovenop, dus gauw een foto en gauw wegwezen. Het uitzicht over het Mittel Schwarzwald is net als de afdaling: magnifiek. Gerard blijkt weer bijna de oude (gek). Gelukkig lukte het niet om vantevoren mijn pedalen te wisselen (en dus heb ook ik mijn loopschoenen aan), want vol in de afdaling klinkt de knal van mijn klapband ook magnifiek. Twee verschillende pompen krijgen geen lucht in de nieuwe binnenband. Ik had al gesteld dat het restaurant op halfweg een voordeel was.

Na voortreffelijke schnitzels weten we de band toch provisorisch halfvol te krijgen en na een (voor mij) hele rustige afdaling, komen we bij het hotel voor de tweede warme maaltijd. ’s Avonds kaarten, schaken, een korte wandeling en vroeg naar bed.

 

DAG 2

Iets na 07.45 uur kom ik Louis bij de WC tegen, wat resulteert in een vroege ochtendwandeling over de 729m hoge Hebeshofe, wat je eigenlijk beter kunt doen na het ontbijt (die hierdoor echter wel dubbel zo lekker smaakte). Onderweg ook nog even het bij de skilift gelegen downhill-parcours bekeken. Komt deze dag niet op het programma.

Vandaag gaan we klimmen met Hans, op de al eerder genoemde prachtige lokatie. We staan pal in de zon en het uitzicht is (waarschijnlijk door de rotsformatie op de voorgrond) verbluffend mooi.

Hans legt verschillende touwconstructies aan met hetzelfde gemak als het aantrekken van een schone onderbroek. Daarna verkend hij diverse routes om te bezien of het uitvoerbaarbaar is voor mindere goden. Na het abseilen (wat voor mij geen grensverleggende activiteit betekende, alleen Rick en Louis gingen vergezeld van de nodige angsten naar beneden) werd er een route uitgelegd om te klimmen. Er is om deze route aan te leggen altijd een zgn. voorklimmer (Hans en Gerard) nodig, om de touwen aan de reeds aanwezige klimhaken te bevestigen. De voorklimmer zit dus in beginsel los, totdat hij het bevestigingspunt bereikt heeft. Richting de tweede haak ben je weer verzekerd van een flinke val naar beneden, tenzij je de haak weer zonder kleerscheuren weet te bereiken. Heldenwerk.

Het klimmen is duidelijk leuker dan het abseilen, maar ik ben wellicht niet helemaal objectief. Tussendoor ook nog een klettersteig geklommen, zie dit maar het beste als door een scheur in de bergwand omhoog klimmen. Aan een van de zijden zat wel een staalkabel bevestigt.

Hans en Gerard waren deze ochtend wel duidelijk in hun element, benieuwd wat dat voor de middag zou betekenen.

 

’s Middags gingen we, gezien de vorige dag, een rustig tochtje rondom de Titisee maken. Als je wil weten hoeveel keren dit vrij vertaald werd in het mannelijker klinkende Tietenzee: ik ben de tel kwijt geraakt. De Titisee is een idyllisch gelegen meer, omgeven door bergen en dennenbomen, vanuit het stadje Neustadt een majestueus uitzicht. Het naast het meer gelegen fietspad kan het best omschreven worden als glooiend met een rotsachtige ondergrond. Het abseilen kan me niet in de benen zitten, dus dat kan de reden niet zijn dat ik vandaag niet kan meekomen. De overigen doen hun best om Hans bij te houden, die is sinds de klimsessie nog steeds in zijn element. Gerard begint bij tijd en wijle ook weer langzaam zijn oude driften te hervinden. Als we Ullrich tegenkomen kunnen we hem de tegenstrijdige tip aan de hand doen: ga toch klimmen.

Onderweg pikken we de route op van het evenement dat morgen gehouden wordt: the Black Forest Bike Ultra, een ATB-marathon met diverse afstanden. De langste afstand is maar liefst 128 km: Gekkenwerk.

Na verloop van tijd nemen we de richting naar de Feldsee, die er in het blakende zonnetje zo mogelijk nog mooier bij ligt dan de Titisee. Genietend van al het moois onderweg herstel ik allengs toch een klein beetje en is het al met al een hele afwisselende dag, zeker na alle lachbuien die door Neustadt gieren tijdens het moppentappen bij een ijskraam (uiteraard na een warme maaltijd).

 

DE LAATSTE DAG

Op de vorige dag was het idee ontstaan om als afsluiter een wedstrijd te organiseren. Vanwege het aspect “gezelligheid” was een individuele klimtijdrit afgevallen. Na veel vijven en zo mogelijk nog meer zessen, viel uiteindelijk de keus op een gezamenlijke start omhoog naar de reeds eerder bedwongen Feldberg, dit vanwege het aspect veiligheid. Uit ervaring wisten we inmiddels dat sommige automobilisten klerehard omhoog rijden, hè Gerard. Het finishpunt zou liggen bij het restaurant halfweg (idee: Hans).

Het zal voor een buitenstaander wel een apart gezicht geweest zijn: vijf fietsers die zich op één lijn opgesteld hadden, met de handen aan de stopwatches. Go!

Hans, die tot dat moment beweerd had om rustig met de achterste mee omhoog te fietsen, zet direct stevig aan en neemt een voorsprong van een meter of 30. Mart Smeets noemt zo iemand meestal een linkebal. Louis (47!) voert het “peloton” aan. Rick sluit de rij, want tijdens het infietsen (wat ook redelijk omhoog ging, kon hij niet meekomen. Zei hij, en gek hè, niemand die hem geloofde. Mart Smeets zegt dan: “amme tokus“.

Na een minuutje of twee waagt Gerard de sprong naar voren. Na een minuutje of drie neemt hij een duik naar achteren. Ja, je leest het goed, Gerard is toch gewoon een mens. Ik probeer vooral in mijn eigen ritme te fietsen, zeker gezien gisteren, maar voel me toch erg goed en neem een paar minuten de kop over.

Mijn voorbereiding (veel fietsuren voor de FBC-tijdritcompetitie en een perfecte massage bij René Oosterhof (www.tri2perform.nl) werpen duidelijk hun vruchten af.

Hans loopt langzaam verder uit. Louis (47!) neemt over en slaat een gaatje. Al 13 minuten bergop gefietst. Gerard is net zolang onderweg, maar is na een bocht niet meer te zien. Rick demarreert (zie je wel), toegegeven in een vloeiende stijl, en is ook al snel over Louis heen. “Hans gaat eraan”, denk ik, maar na een minuut blijft vanaf dat moment het verschil tussen Hans en Rick toch gelijk. “Krijg nou wat”, daar is het restaurant al. We hadden allemaal gerekend op zo’n drie kwartier klimmen, maar dat is het bij lange na nog niet. Ik versnel om Louis nog in te halen, Louis (47!) versnelt om Rick nog in te halen, je raait al wat Rick doet en Hans wint glorieus van kop af. Gerard op zijn beurt neemt revanche als we doen wie het eerst beneden is.

De uitslag:

Hans            18.40

Rick             19.22

Louis            19.41

Paul             20.00

Gerard          24.49

 

Afsluitend zwemmen, om ons verenigingsprincipe compleet te maken. Het water was heerlijk koel, het laatste ijsje een (h)eerlijke beloning en de terugreis broeierig warm (35ºC, geen airco). Als iedereen vindt dat de “vakantie” te kort was, dan spreek je dus van een geslaagd weekend. Volgend jaar gaan we naar de Ardennen, maar dat kan tot de laatste week nog veranderen. Rick, Gerard, Louis en Hans, bedankt!

 

P.S. De duathlon van Soesterberg op 06 september a.s. is in goed overleg gebombardeerd tot revanchewedstrijd. De overwinning van Hans zit ons blijkbaar toch niet helemaal lekker.

Paginas Overzicht