TransAlp 2010

 

 

DE JEANTEX TOUR TRANSALP 2009

Proloog

 

De TransAlp is voor ons cyclosportieve renners wat de Elfstedentocht is voor schaatsers, de Cape Epic voor mountainbikers of de Iron Man op Hawaï (of liever nog: Almere) voor triatleten: het ultieme afzien gekoppeld aan een geweldige sportervaring met heel veel gelijkgestemden. Een week lang elke dag wielrennertje spelen: iets mooiers kan ik me niet indenken!

Eigenlijk begon deze TransAlp voor ons op 1 december 2008 om 12.00 uur. Dan start de inschrijving en dat is al een race op zich. Er is slechts ruimte voor 550 deelnemende koppels maar het aantal potentiële deelnemers is veel groter. Aan het eind van de middag volgt het goede nieuws: zowel Sander en Rolf (Team FBC2) als Rémi en ik (Team FBC1) zijn ingeschreven! Een goede reden om in het voorjaar hard te trainen en af en toe eens een trainingskampje te plannen in heuvelachtige streken. Natuurlijk wordt het materiaal optimaal geprepareerd en kopen we voor een kapitaal aan poeders, repen en gels in. Om het helemaal professioneel te maken trekken we een heuse ploegleider/verzorger aan in de persoon van de onvolprezen Johan Ruitenbeek. Vorig jaar nog goed voor (ruimschoots) goud in de Marmotte heeft Johan dit jaar een fiets-sabattical gepland, wat ons heel goed uitkwam en hemzelf in de gelegenheid heeft gesteld nieuwe talenten in zichzelf te ontdekken.

Op vrijdag 26 juni reizen we af naar startplaats Sonthofen in het zuiden van Duitsland. Het weer is nog niet geweldig, zodat we geen aandrang voelen om de benen nog los te gaan rijden. De zaterdag besteden we aan het regelen van de formaliteiten, zoals het afhalen van het roadbook, rugnummer, chip en alles wat daarbij hoort. ’s Avonds vindt de eerste pastaparty plaats in de ijshal van Sonthofen. Dit ritueel zal zich iedere avond met Duitse pünktlichkeit herhalen: om 18.00 uur aanschuiven voor de pasta, gevolgd door de prijsuitreiking van de dagetappe en de uitreiking van de leiderstricots, de voorstelling van de etappe van de volgende dag door koersdirecteur Uli Stanciu en tot slot de “Bilder des Tages”, een video van de afgelopen dag.

Inmiddels hebben we ook weer wat bekenden ontmoet: Michiel en Jeroen uit Oldenzaal, met wie we vorig jaar in de TransAustria veel samen hebben gereden en Thomas, mijn Duitse concurrent uit diezelfde TransAustria. Ook treffen we een paar streekgenoten: Team Randmeren met Mark en Hans uit Harderwijk en Team Vader en zoon Knoppert uit Putten.

 

De eerste etappe: Sonthofen - Imst

Zondagochtend rijden we vanuit ons hotel op de fiets naar de start om in de zon plaats te nemen in ons startvak. De ruim 1100 deelnemers starten dagelijks vanuit vier startvakken. Vandaag nog op startnummer, maar vanaf morgen op basis van klassering in het algemeen klassement. Onze ambitie is om morgen in het eerste vak te mogen staan, maar dan zal er hard gereden moeten worden vandaag! Om 10.00 is het dan eindelijk zover: de start van de 7e editie van de Jeantex Tour TransAlp.

 

Na een geneutraliseerde aanloop van 7 kilometer breekt de koers open op de eerste beklimming van deze week: de Oberjoch. Alsof ons verder niks te wachten staat, zo hard wordt er gereden en wij doen natuurlijk gewoon mee. Sander en Rolf zijn al uit het zicht verdwenen maar ook Rémi en ik komen in een mooi peloton terecht als we de afdaling induiken. Het middengedeelte van deze etappe is niet al te lastig, maar met een gemiddelde van 36 km/u voel je de benen toch al. De onderlinge verschillen zijn vandaag nog klein, iedereen is nog fris en (over)enthousiast. Van de TransAustria van vorig jaar weten we dat je gedurende de week steeds vaker dezelfde renners tegenkomt, maar nu is alles nog nieuw. Wat wel direct opvalt is de grote verscheidenheid aan nationaliteiten van de deelnemers. Zo wordt in ons peloton in de vlakke gedeelten van deze etappe voortdurend tempo gemaakt door twee Russen. Ze zijn met vier teams vertegenwoordigd, luisterend naar illustere namen als de Russian Masters en de Moskow Stars. Hun begeleidingsteam bestaat uit een handvol blondines in een dikke Lexus en een witte Range Rover en ze verzorgen zich onderweg met geheimzinnige glazen ampullen. Maar wij hebben Johan die exact volgens planning bij de klim van Berwang langs de route staat met nieuwe bidons!

Het zwaartepunt van deze etappe ligt duidelijk op het eind met de beklimming van de Hahntenjoch: ruim 1800 meter hoog en de laatste vijf kilometers 9%. Voor Rémi en mij een eerste test hoe de onderlinge verhoudingen liggen. Omdat je met z’n tweeën rijdt is het van belang dat je elkaar niet gek maakt en een mooi ritme kunt vinden. Dat lukt hier gelijk al goed. Zo goed dat we onverwacht Sander in het vizier krijgen en net onder de top voorbij rijden. Dat was ook de enige keer deze week, maar toch een mooie opsteker. Omdat Sander last kreeg van kramp heeft Rolf pas bovenop gewacht, zodat Team FBC1 als eerste de afdaling in gaat en de finish in Imst bereikt. Een mooi begin!

Bij de finish wacht Johan ons op en na een kleine ravitaillering rijden we naar ons hotel in Hoch-Imst. Zoals de naam al doet vermoeden gaat dat via een heel steil weggetje; gelukkig hebben we een volgwagen!

 

De tweede etappe: Imst - Ischgl

 

Met onze 58e plaats in de overall klassering staan we in het eerste vak! Vanaf vandaag starten we om 9.00 uur en daar is dan ook het hele ochtendritueel op afgestemd: opstaan om kwart over zes, om zeven uur de tas ingepakt bij de receptie klaarzetten in verband met het bagagetransport, aansluitend ontbijten en daarna omkleden. Gelukkig kan Johan ook wat bagage meenemen zodat we niet in fietskleren hoeven te ontbijten. Rond kwart over acht pompen we de bandjes op, vullen de bidons en de achterzakken met onze voorraad uit de auto en rijden richting start.

Meestal zijn de eerste kilometers geneutraliseerd. Dat betekent dat het hele peloton achter de met zwaailichten getooide auto van de koersdirecteur moet blijven rijden. Vandaag duurt de neutralisatie zelfs een ruime 20 kilometer. Goed geconcentreerd blijven en opletten op obstakels en dergelijke. Hoewel je eigenlijk op je plaats hoort te blijven rijden is het een heel gewring en zijn we blij als de koers geopend wordt. Vandaag staan twee cols op het programma: de Arlbergpas en de Billerhöhe, deel uitmakend van de Silvrettastrasse. Dat schijnt een toeristisch hoogtepunt van deze regio te zijn, maar eerlijk gezegd gaat dat grotendeels langs ons heen. In de klim ligt de intensiteit te hoog om lekker om je heen te kijken, in de afdaling en de dalen ben je te geconcentreerd bezig. Vandaag zeker, in de gelukkig goed verlichte tunnels en galerijen van de Arlbergpas loopt de snelheid op tot boven de 90 km/u. Het is de tweede dag en er begint al enige tekening in de strijd te komen: we rijden tussen de twee cols in een groep met onder meer Team Adidas (VS/Duitsland), de Russian Masters, het Zwitserse Team Cérvelo en de Magnesium Boys, genoemd naar hun sponsor die magnesiumpreparaten verkoopt. We zullen elkaar deze week nog vaak treffen. Op het vals plat in de aanloop naar de Billerhöhe valt de groep uit elkaar en op de col is het al snel “ieder voor zich”. Terwijl donkere wolken zich samenpakken ontstaat in de lange afdaling naar Ischgl een nieuwe groep. Rémi en ik doen het meeste werk en we vinden dan ook dat we aanspraak maken op een goede klassering. Een korte versnelling in de straatjes van Ischgl is genoeg om als eersten van de groep te finishen, maar wel een pak minuten achter Rolf en Sander die ons met Johan, inmiddels onafscheidelijk van de videocamera, bij de finish opwachten.

 

 

De derde etappe: Ischgl – Sölden

Een op papier niet al te zware etappe, 120 km en 2500 hoogtemeters. De etappeplaats Sölden is, naast de wintersport, bekend vanwege de Ötztaler Radmarathon die hier start en finisht. Na de neutralisatie vliegen we de eerste helling op maar halverwege kom ik aardig geparkeerd te staan. Vaak zijn die naamloze hellingen het ergst! Rémi verricht beulswerk om mij terug te brengen bij de groep. Verderop wacht de Pillerhöhe op ons, een zeer steile klim met kilometers van ruim 11% erin. Opnieuw moet ik lossen, maar samen komen we net onder de top weer terug en in de snelle afdaling maken we samen met Team Randmeren de resterende achterstand op onze concurrenten goed. Typisch eigenlijk dat je alleen kijkt naar de teams in je directe omgeving, van de kop van de koers heb je eigenlijk geen weet en dat is maar goed ook. De koplopers rijden in dit soort etappes toch al snel een minuut of twintig harder en in de lange ritten nog een pak meer.

Kort na Johan’s ravitaillering staan Annemiek, Michiel en Stan langs de kant. Geweldig om zo ver van huis aangemoedigd te worden door mede TVZ-ers en een goede reden om aan het groepje te blijven hangen!

Op zo’n 30 kilometer voor de finish komen we in het Ötztal: tot aan de finish is het nu vals plat waarin nog 600 hoogtemeters moeten worden overwonnen. Gelukkig voel ik me beter dan in het eerste gedeelte van de rit en kan ik Rémi een wederdienst bewijzen. Net als enkele jaren geleden in de Ötztaler Radmarathon draaien we samen na een kleine vier uur rijden de finishstraat in.

Door de vroege finish hebben we vanmiddag wat extra tijd om te relaxen. Even een uurtje slapen in ons appartement, een terrasje pakken in het dorp en een paar telefoontjes doen om het thuisfront op de hoogte te brengen. We slenteren nog even langs de stands van de sponsoren in het finishdorp en schuiven vroeg aan bij de pastaparty. Niet alleen de deelnemers, maar ook de volgers beginnen zo langzamerhand aan kliekvorming te doen: Johan komt ook geregeld dezelfde verzorgers (en verzorgsters) tegen en wisselt ervaringen uit met z’n Duitse “Kollegen”. We verlaten voortijdig de pastaparty om nog een drankje te halen op een terras en de lastige etappe van morgen te bespreken: gelijk vanuit de start staat de beklimming van de Timmelsjoch op het programma, van 1.400 naar 2.500 meter.

 

 

De vierde etappe: Sölden – Naturns

De kortste etappe van deze TransAlp brengt ons in Italië. Slechts één echte col, een afdaling van 30 kilometer en nog wat slingerwerk voordat we aan de finish zijn. Korte etappes betekent vaak een zenuwachtige koers en dat begint vandaag al voor de start: al vanaf een uur of acht rijden de eersten heen en weer door het langgerekte dorp om goed opgewarmd aan de Timmelsjoch te kunnen beginnen. Ook wij doen mee en staan om kwart voor negen zwetend in ons startvak. De warming-up was niet voor niets: het is weer knokken voor een plaatsje in de goede bus. Na een goed uur klimmen naderen we de top tussen de sneeuwmuren op 2.503 meter hoogte. De Italiaanse carabinieri (de grens ligt op de top van de col) neemt geen halve maatregelen en zorgt voor een volledig autovrij parkoers. En dat is natuurlijk geweldig afdalen! Beneden, vlak voor Merano, valt op hoeveel publiek hier langs de kant staat. Nu volgt een stuk over zeer smalle weggetjes tussen de boomgaarden met veel draaien en keren en enkele valpartijen blijven dan ook niet uit. Ondanks een paar blokkerende achterwielen blijft schade ons bespaard en na minder dan drie uur finishen we in het warme Naturns. In het vlakbij gelegen Rablano overnachten we in een jaren ’50 hotelletje dat wordt bestierd door een bijzonder vriendelijk bejaard echtpaar. De hotels voor deze week moet je zelf reserveren, tenzij je kiest voor overnachtingen in het TransAlp Camp. Dat laatste betekent (proberen te) slapen in scholen en sporthallen tussen een paar honderd andere deelnemers. Dan kiezen wij toch liever voor de hotels.

Inmiddels zijn we halverwege de week gekomen en staan onze beide teams er goed voor. Om het allemaal nog wat mooier te laten lijken besluit Johan dat het tijd wordt om de volgauto verder te pimpen. Het interieur van de Espace, vol reservemateriaal en dozen met sportvoeding, deed al niet onder voor een heuse ploegleidersauto, maar met het aanbrengen van TransAlp stickers op voor- en achterruit en vlaggetjes aan de ramen is het nu helemaal state-of-art. We zijn klaar voor de drie komende etappes!

 

 

 

De 5e etappe: Naturns – Livigno

Het plaatsje Livigno is het einddoel van de vijfde etappe. Livigno ligt ingeklemd tussen de Alpenreuzen op ruim 1.800 meter hoogte, ergens in de buurt van het drielandenpunt van Oostenrijk, Zwitserland en Italië. Ooit kreeg het van Napoleon een belastingvrije status toegekend om te voorkomen dat de mensen die het plaatsje bevolkten het zouden verlaten vanwege haar afgelegen ligging. Een aankomst op grote hoogte dus, maar voordat het zover is moeten we eerst nog over de Stelvio, met zijn 2.758 meter het dak van deze tour en vervolgens over de Passo di Foscagno en de Passo di Eira, beide ook ruim boven de 2.200 meter.

Om zeven uur begint de dag met een ontbijt bij onze bejaarde pensionhouders op het terras. De thermometer wijst dik 20 graden aan en de lucht is strakblauw, dat belooft nog wat! In de neutralisatie worden de shirts al open geritst, het is heet vandaag. Na 35 kilometer draaien we bij Prato de Stelvio op, met een hoogteverschil van 1800 meter één van de mythische cols uit de wielergeschiedenis. Ook dat maakt de charme van deze TransAlp: niet alleen het gevecht met je naaste belagers in het klassement, maar ook de strijd met de elementen waarin grote namen ons voorgingen. Mannen als Coppi, Bartali, Merckx, Gimondi en Pantani wisten vaak op beklimmingen als deze hun concurrenten tot wanhoop te drijven. En over de elementen gesproken: gaande de beklimming komt de bewolking opzetten en in de laatste steile kilometers tot de top begint het te regenen. Bovendien daalt de temperatuur van een tropische 33 graden aan de voet tot 8 graden op de top! En dat zonder bijbehorende kleding … In de niet ongevaarlijke afdaling richting Bormio worden Rémi en ik voorafgegaan door een politie escorte en de auto met het bord “Fine gara”. Het is de auto die het eerste gedeelte van de koers afsluit en de weg weer vrijgeeft aan het overige verkeer. Gelukkig kunnen we ze passeren en hebben vrij baan in de rest van de afdaling. De zwaarte van de etappe van vandaag maakt het tot een waar slagveld. Alleen nog kleine groepjes rijden de Foscagno op, het hele veld is door de meedogenloze Stelvio uiteen geslagen. Wij rijden uiteindelijk met z’n tweeën na een kleine 5 uur Livigno binnen. Juist op dat moment breekt de hel los: storm, regen en onweer doen ons vluchten onder de luifel van één van de mecaniciens. Gelukkig komt Johan ons ophalen en hij begeleidt ons vlug naar het hotel. Tijdens het goedbedoelde optreden van de plaatselijke volksdansvereniging bij de pastaparty houden we het voor gezien (eeuwenlange afzondering in een onherbergzaam gebied doet rare dingen met de mens). Om negen uur vluchten we voor de tweede keer vandaag uitgeput ons hotel binnen. Cultuur is deze week niet aan ons besteed!

 

 

De 6e etappe: Livigno – Kaltern

 

De koninginnenrit: 181 kilometer en 3.770 hoogtemeters. Vijf passen, met als hoogtepunt de Passo di Gavia liggen op ons te wachten. Ook Johan wacht een uitdaging: hij kan niet over de Gavia en moet via een omweg op de route zien te komen. Eerst nog even extra bidons inkopen en goedkope benzine tanken, de ploegleider heeft het zwaar vandaag! Maar zoals altijd lukt het plannetje en mede dankzij de inmiddels wild uitgedoste Espace kan Johan over de afgezette wegen racen om ons op meerdere plaatsen van eten en drinken te voorzien. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot: Als een overijverig jurylid op een motor foto’s maakt van Johan’s nummerbord vrezen we even voor een disciplinaire maatregel, maar gelukkig zijn de gevolgen tot op heden uitgebleven.

Voor mij was deze etappe één van de zwaarste dagen op de fiets ooit. Een slechte dag is nooit leuk, maar in combinatie met dit parcours betekent dit afzien als een beest. De eerste twee cols, in tegengestelde richting ten opzichte van gisteren, gaan nog wel. Maar op de Gavia wordt het serieus zwaar. De hartslag blijft laag, de benen willen niet meer rond. Op de steilste stukken kan ik wel janken van ellende, maar toch houden we de schade beperkt. De afdaling komt als een verlossing. We zetten alles op alles om naar voren te komen en sluiten juist voor de Passo di Tonale aan bij een goed groepje. Veel bekenden hierin, we hebben dus toch niet veel laten liggen. Na de Tonale volgt een stuk van 30 kilometer vals plat naar beneden. Normaal is dat lekker, maar met deze groep ontaardt het in een soort ploegentijdrit waarbij ik maar nauwelijks kan volgen en mijn aflossingen op kop maar een paar seconden duren. Het is loodzwaar, maar we sluiten wel aan bij een peloton met koppels die voor ons in het klassement staan, waaronder Hans en Marc van Team Randmeren. Op de laatste klim, de Mendola, weten we ons voorin de groep te handhaven en we finishen zelfs als 30ste in onze categorie: de beste uitslag van deze week en bovendien stijgen we een paar plaatsen in het klassement. Na de finish gooi ik m’n fiets in de struiken en lig 10 minuten uitgeput in de schaduw bij te komen, ben nog nooit zo diep gegaan. Sander en Rolf slaan vandaag een belangrijke slag: in de laatste afdaling rijden ze weg van hun naaste concurrenten en zo maken ook zij weer een sprong in het klassement.

’s Avonds logeren we in het hotel waar we in april ons trainingskamp hebben gehouden. Om goed te herstellen laten we de pastaparty voor wat hij is en gaan zelf uit eten aan het Lago di Caldaro. Morgen alweer de laatste etappe!

 

 

De 7e etappe: Kaltern – Arco

De laatste 100 kilometers van de TransAlp liggen voor ons en het zijn zeker niet de minst mooie van deze tour. Langs de wijngaarden van de Südtiroler Weinstrasse, over de laatste serieuze klim met de prachtige naam Fai della Paganella, via Ponte Arche nog één maal licht klimmen en tot slot de lang verwachte afdaling richting het Gardameer. In het wiel van ex-prof Jörg Ludewig wordt ook deze afdaling weer een spektakel met de schitterende bergflanken langs het Gardameer als decor. De ultieme beloning voor een week hard werken!

Hoezeer we ook genoten hebben, een echt vakantiegevoel is tijdens deze week nooit opgetreden. Hoewel het parcours ook uit toeristisch oogpunt de moeite meer dan waard is neem je onvoldoende de tijd om te genieten van de omgeving. Het idee iets gemist te hebben wordt nog versterkt als je ’s avonds bij de “Bilder des Tages” ziet waar je die dag geweest bent. Allemaal hebben we het idee om hier of daar nog eens terug te komen en het dan wat rustiger aan te doen!

In Arco wacht Johan ons op aan de finish en houdt nog een laatste interview met koersdirecteur Uli Stanciu voor onze video. We nemen afscheid van Michiel en Jeroen, die morgen nog even de Dolomietenmarathon gaan rijden. Het kan altijd gekker!

Ons wacht de “finishersparty” in Arco. Eindelijk geen pasta vanavond, maar kip, patat en bier. Van een afstand zien we hoe de toppers uit het klassement zich compleet lazarus weten te zuipen. Zou hun seizoen er nu al op zitten? Nadat een fles champagne in de geluidsinstallatie verdwijnt valt de stroom uit, maar ook hier vindt de onberispelijke organisatie weer een oplossing voor. Aan het slot van de avond krijgen de deelnemers één voor één hun medaille en wielershirt uitgereikt. Leuk, al zit de echte en onvergetelijke herinnering toch vooral in je hoofd en de eerste dagen een beetje in je benen!

 

 

De cijfers op een rijtje:

 

De Jeantex Tour TransAlp 2009 kende een totaal van 883 kilometer met 18.366 hoogtemeters, verdeeld over 7 etappes. In 2010 wordt de TransAlp gehouden van 27 juni tot en met 3 juli, inschrijven op 1 december om 12.00 uur!

Er deden ruim 550 koppels mee in vijf categorieën: heren, dames, masters (boven de 40 jaar), grandmasters (boven de 50 jaar), en mixed.

De snelste deelnemers deden er 27 uur, 3 minuten en 14 seconden over. Dat was 13 minuten voor de nummers twee en 25 minuten voor de nummers drie. De snelste dames finishten in 33 uur en 20 minuten, het eerste mixed team eindigde in 29 uur en 16 minuten.

 

Wij kwamen uit in de categorie heren. Van de 145 teams die in deze categorie zijn gefinisht werden Sander en Rolf (Team FBC2) 21e met een tijd van 29:37’:25” en Rémi en ik eindigden als 34ste in 30:23’:53”. Beide teams zaten in de overal klassering binnen de eerste 50!

 

Meer info, beelden en uitslagen vind je op www.tour-transalp.de

 

Paginas Overzicht